Schnitzel 

Hier maak ik o.a. zoonlief blij mee, een heerlijke bij voorkeur grote schnitzel. Maar hoe maak je nou een echte Duitse schnitzel, zo eentje waardoor je bord gelijk vol ligt? 

Ik help je een handje. 

We nemen 2 echt flinke varkensfilets, maar denk jij bij schnitzel aan kip, pak dan kipfilets. 

Snij het vlees indien nodig in platte stukken. Als je een dikkere schnitzel hebt, leg deze dan tussen twee vellen bakpapier en sla het vlees plat met een vleeshamer of deegroller tot ongeveer 0,5 cm dik. 

Je begrijpt het al, in principe bepaal jij zelf hoe groot jouw schnitzel gaat worden. 

Bestrooi beide kanten van het vlees met zout, peper en eventuele extra kruiden zoals paprikapoeder of knoflookpoeder. 

Zet nu 3 diepe borden klaar: 

• Een bord met bloem, zo'n 50 gr is voldoende 

• Een tweede bord met 2 licht geklopte eieren 

• Op je derde bord komt paneermeel, ongeveer 100 gr 

Nu gaan we paneren: 

• Haal het vlees eerst door de bloem en zorg dat het volledig bedekt is. Klop overtollige bloem af 

• Dompel het vlees vervolgens in ei zodat het volledig bedekt is 

• Bedek het vlees ten slotte met paneermeel. Druk het paneermeel zachtjes aan zodat het goed hecht. 

Gebruik een flinke koekenpan, in ieder geval groot genoeg voor de door jou gemaakte schnitzels. 

Verhit boter, olie, of een combinatie van beide in een koekenpan op middelhoog vuur. Zorg dat het heet genoeg is, maar niet verbrandt. 

Leg de schnitzels voorzichtig in de pan en bak ze ongeveer 3-4 minuten per kant tot ze goudbruin en krokant zijn. 

Laat de schnitzels kort uitlekken op keukenpapier om overtollig vet te verwijderen. 

Serveer direct met een schijfje citroen, aardappelen, frietjes, of een salade.